strafrecht

strafbeschikking

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft sinds 2008 de bevoegdheid zelf strafbare feiten te bestraffen. Dit gebeurt middels een strafbeschikking (boete). De Officier van Justitie legt u dan een straf op zonder dat een rechter zich over de zaak heeft gebogen. Bovendien straft het Openbaar Ministerie in de regel harder dan een rechter, en loopt u dus grote kans dat u een te hoge straf accepteert!

Er bestaat de mogelijkheid van verzet tegen de strafbeschikking. Door verzet in te stellen wordt de zaak alsnog aan een rechter voorgelegd.

Als u deze mogelijkheid niet benut, zal het strafbare feit op uw uittreksel justitiële documentatie (strafblad) vermeld worden. Dit kan in de toekomst mogelijk nadelige effecten hebben wanneer u solliciteert voor een nieuwe baan en een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nodig heeft. De ervaring leert dat een officier van justitie nogal eens anders tegen het bewijs aankijkt dan een rechter. En ook verschillen de richtlijnen van het Openbaar Ministerie vaak van de oriëntatiepunten die de rechtbank aanhoudt.

Voor het instellen van verzet heeft u twee weken de tijd vanaf het moment dat u kennis hebt gekregen van de strafbeschikking. Vaak is dat doordat die aan u is uitgereikt.

Als u een strafbeschikking heeft ontvangen, is het dus zaak u van gedegen advies en eventueel bijstand te laten voorzien. De advocaten van Vennik & Blaauw hebben bij uitstek de kwaliteiten om u van een snel en gedegen advies te voorzien. Wij kunnen ook voor u het verzet instellen als de conclusie is dat het oordeel van een rechter gewenst is.